Doel: Onderzoek of bepaalde grassoorten en -mengsels meer of minder gevoelig zijn voor schade en op de hoeveelheid engerlingen.
Proefveld met 5 grassoorten en 4 herhalingen; half beweiden en half maaien
Engels raaigras
100%
Engels raaigras
85%
Timothee (doorzaai)
15%
Rietzwenkgras
30%
Engels raaigras
40%
Festulolium
20%
Timothee (Powermax)
15%
Enkele resultaten van het proefveld:
Rietzwenkgras en mengsels met rietzwenkgras geven een hoge zodevastheid en bodembedekking; er is minder schade en er zijn minder engerlingen.

Naast de proefvelden is er ook een praktijknetwerk met melkveehouders actief in Noord-Brabant. In dit netwerk wordt ook gekeken naar bestrijding van engerlingen.
Resultaten van De Marke en dit praktijknetwerk engerlingen zijn:
- 100% bestrijding is niet mogelijk: continue aandacht en zorg voor het grasland is belangrijk.
- Intensief frezen bij herinzaai wanneer de engerling in de bovenste 10cm zitten geeft tot 80% doding
- Een droog voorjaar beperkt de ontwikkeling van ei naar engerling
- Rotatie van gewassen geeft minder schade
- Zorg voor organische stof; nuttige bodemschimmels hebben veel C nodig om te groeien en zijn gunstig voor grasgroei en ongunstig voor engerlingen
- Beweiding lijkt positief; waarschijnlijk door vertrapping/druk op de bodem